Geschiedenis

GESCHIEDENIS van de VISSERIJ VERENIGING VEENHUIZEN.


De geschiedenis van de Visserij Vereniging begint in juni 1924 met de oprichting van de vereniging.


Veenhuizen was een gesloten dorp, voortgekomen uit de Maatschappij van Weldadigheid, gesticht door Johannes van den Bosch in 1822. In 1859 kwam het Rijk in het bezit van Veenhuizen en werden de drie inrichtingen, t.w. Norgerhaven, Esserheem en Bergveen, rijkswerkinrichtingen en later gevangenissen.


Laatste overgebleven werkgesticht uit 1822, thans museum.

In de periode vanaf 1822, toen Veenhuizen gebouwd werd, moest het veengebied worden ontgonnen en ontstonden er allerlei kanalen en vaarten voor het aanvoeren van goederen en het afvoeren van de turf. De turf werd afgegraven, om er landbouwgrond van te maken. Veenhuizen werd een "selfsupporting" dorp. 
In die periode werd er ook vis gevangen in de wateren rond Veenhuizen en natuurlijk ook gestroopt.
Behalve de verpleegden, die in Veenhuizen in de gestichten woonden, werd het dorp bevolkt door veel ambtenaren. In 1924 vond een groepje ambtenaren de tijd rijp om orde op zaken te stellen voor wat betreft de visvangst.
Daarvoor werd toen de Visserij Vereniging Veenhuizen opgericht.

Hier volgen enkele artikelen uit het reglement van 1924:

Art.1
De Vereeniging stelt zich ten doel de visscherij in de wateren, gelegen in de Rijkswerkinrichting Veenhuizen, zooveel mogelyk te bevorderen, niet alleen wat betreft de hengelvisscherij, maar ook die met andere geoorloofde vischtuigen.

Art.2
Zij tracht dit doel te bereiken door:
   a.Verbetering van den vischstand,
   b.Het houden van wedstrijden,
   c.Het uitloven van premies,
   d.Het weeren van nadeelige toestanden, en
   e.Te trachten, dat leden, die ambtshalve onbezoldigd rijksveldwachter zijn, ook een vischakte kunnen krijgen.

Art.3
Lid der Vereeniging kunnen zijn alle inwoners (gezinshoofden) van Veenhuizen.
Kinderen van leden boven 18 jaar dienen zelf lid te zijn.
Logé’s mogen op de vergunning van het gezinshoofd met 1 of meer hengels visschen.

Art.11
(over de financiën)
Deze bestaan uit:
   a.Contributie
   b.Gelden, ontvangen voor gegeven consenten
   c.Schenkingen.
De contributie bedraagt f 0,50 per jaar, waardoor men tevens het recht verkrijgt met één hengel alle Veenhuizer wateren te bevisschen.
De prijzen der consenten worden ieder jaar in de jaarvergadering op voordracht van het Bestuur vastgesteld.
De Oude Mannen van het Oude-Mannengesticht te Veenhuizen III krijgen zonder betaling een consent voor het bevisschen met één hengel.

Art.17
Consenten worden afgegeven door het Bestuur der Vereeniging, zoo noodig op vertoon van akte en door den Hoofddirecteur, als officieel pachter mede ondertekend.

Art.17a
Het is verboden in de wateren der Rijkswerkinrichtingen te visschen met den zegen en met het polsnet, tenzij het Bestuur dit noodig oordeelt in vberband met aanplant van visch.
Wateren waarin visch is gepoot, kunnen door het Bestuur tijdelijk voor bepaalde vischtuigen worden gesloten.

Art.18
Het verkopen van visch en het vervoeren van visch buiten Veenhuizen is verboden.

Art.19
Het vangen van meer dan ± 10 pond visch per man en per keer is verboden.


Aldus goedgekeurd in de vergadering van Juni 1924.


      Het Bestuur,

      A.J. REINDERS                        Voorzitter

      W.L. MULDER                          Secretaris

      J. HAZEVELD                           Penningmeester

      J.W. TALENS    )
                                                    Commissarissen              
      J. BERGSMA    )


Ons viswater.
Jarenlang was het in Veenhuizen zo geregeld. De vereniging pachtte de viswateren van de Hoofddirecteur, die op zijn beurt het viswater pachtte van het Waterschap.
Later, in 1973, toen de Rijkswerkinrichtingen over gingen in 3 aparte gevangenissen, kwamen de wateren in en om Veenhuizen onder toezicht van de Dienst Algemeen Beheer. Dat was een dienst, die het leven buiten de gevangenissen, dus in het dorp beheerde.
Pas in 1991, toen de woningen in Veenhuizen door de Dienst der Domeinen aan de bewoners werden verkocht, veranderde er veel in het dorp. Het dorp, wat voorheen een gesloten karakter vertoonde, werd opengesteld voor iedereen.
In 1996 kwam de gehele infrastructuur in handen van de gemeente Noordenveld en kwamen de wateren in beheer bij het waterschap Noorderzijlvest.



Ons verdwenen viswater.
Onze vereniging, die tot dan toe, volledig viel onder het beheer van Justitie vanwege de beveiliging van de gevangenissen in Veenhuizen, kwam door de veranderde situatie in een moeilijk parket te zitten. Tot dan toe mocht je alleen in de wateren van Veenhuizen vissen, als je lid was de Visserij Vereniging Veenhuizen. Op het hoogtepunt bezat de vereniging tussen de 600 en 700 leden.
Op het moment dat we het water niet meer via Justitie konden huren, waren we aangewezen op het waterschap. Die gaf echter te kennen, niet meer aan kleine verenigingen te willen verhuren en gingen alle wateren in en rond Veenhuizen over naar een grotere organisatie, t.w. de Hengelsport Federatie Groningen-Drenthe.

Verzelfstandiging.
Voor onze vereniging betekende dit, wilden we als vereniging overleven, dat we een andere weg moesten inslaan. In 2009 werden we een zelfstandige vereniging en schreven we ons in bij de Kamer van Koophandel. Vervolgens sloten we ons aan bij de Hengelsport Federatie Groningen-Drenthe.
Het nadeel was nu wel, dat we ineens heel veel leden gingen verliezen. De oorzaak hiervan is, dat iedereen die een Vispas, heeft nu in de wateren van Veenhuizen mogen vissen, wat voor die tijd dus niet zo was. Er zijn nu nog zo’n 90 leden over.



Evenementen.
In het verleden, toen we nog veel leden bezaten, hadden we ook geld in kas, om veel dingen te kunnen organiseren. Zo hadden we elk jaar een feestavond in het Verenigingsgebouw in Veenhuizen. Daar was een live-dansorkest aanwezig en werden er een aantal bingo-rondes gespeeld om mooie prijzen. Die avonden werden druk bezocht, ook door niet vissers.




Jeugd.
Voor de jeugd organiseerden we ieder jaar een jeugdwedstrijd in Veenhuizen. Alle kinderen uit het dorp mochten er aan meedoen. Meestal deden er ongeveer 4o kinderen aan mee. Ze kregen tekst en uitleg over het hoe en waarom van vissen en ze kregen versnaperingen. Aan het eind was er een prijsuitreiking, met voor elk kind een prijsje. De nummers 1, 2 en 3 van zowel de jongste als de oudste klasse kregen bovendien elk een beker. De overall winnaar ontving bovendien de “Willem Timmer jeugdbokaal”. In 2010 werd de laatste jeugdwedstrijd gehouden. De financiën daarvoor zijn op dit moment niet meer toereikend. We zullen dit op een andere wijze weer moeten gaan oppakken.